Toelichting B: Voorjaarsnota, ontwikkeling programma's

Alertheidsbudget

Voor 2018 worden verschillende voorstellen gedaan die het huidige budgettaire kader hiervoor overschrijden. Voor een aantal hiervan wordt aanspraak gemaakt op de reserve alertheidsbudget die bij begroting 2018 is gevormd (€ 5 mln beschikbaar voor 2018 en € 5 mln voor 2019). Voor de andere jaarschijven van deze voorstellen wordt een beroep gedaan op de vrije ruimte in de algemene reserve. De onderwerpen en bedragen die ten laste komen van het alertheidsbudget in 2018 zijn:

Leerpark Drechtsteden

s

-0,1

Gebiedsontwikkeling spoorzone

i

-0,5

Greenports

i

-0,3

Sron

i

-0,5

Space campus Noordwijk

i

-1

Clinsh

i

-0,6

Complexe binnenstedelijke herontwikkelingslocaties

i

-0,5

Totaal

-3,5

Voor een nadere toelichting op dit alertheidsbudget en het afwegingskader bij de voorstellen is een aparte kijklijn bij deze voorjaarsnota opgenomen.

B1: Leerpark Drechtsteden (2018 uit alertheidsbudget)

De Maakfabriek is een productiehal voor start-ups en maakt onderdeel uit van het plan om het Leerpark in Dordrecht te ontwikkelen tot Fieldlab Smart Industry Campus. De Maakfabriek beoogt een nauwe samenwerking tussen start-ups, de maakindustrie, R&D-teams van gevestigde innovatieve bedrijven, onderwijsinstellingen en investeerders. Het is een belangrijke toevoeging aan het innovatie- en leerklimaat binnen het Leerpark. Naast proto-typing (Duurzaamheidsfabriek) krijgen met de Maakfabriek ondernemerschap en productie op de campus een stevige impuls, met de Maakfabriek wordt vanuit het onderwijs in feite de laatste stap in de keten naar ondernemerschap georganiseerd. Succesvolle start-ups kunnen vervolgens als scale-up op één van de bedrijventerreinen in de regio hun plek vinden, zo blijven innovatieve nieuwe bedrijven behouden voor de regio. Goed voor de regionale economie, werkgelegenheid en innovatiekansen binnen het cluster Maritiem. De vraag naar ruimte voor start-ups manifesteert zich op dit moment al, die behoefte wordt nu opgevangen in tijdelijke maakhallen. Deze gebruikers zullen straks de eerste gebruikers van de Maakfabriek zijn.

B2:Gebiedsontwikkeling spoorzone (uit alertheidsbudget)
De provincie heeft met de Drechtsteden een bestuursakkoord afgesloten waarbij beide partijen aangeven zich in te zetten voor verdere ontwikkeling van de regio. Een concrete uitwerking van dit bestuursakkoord betreft een verkenning naar de ontwikkelmogelijkheden van de spoorzone Dordrecht-Zwijndrecht. De provincie draagt € 0,5 mln bij aan deze verkenning en beoogt hiermee een versnelling aan te brengen in de verstedelijkingsopgave binnen deze regio, ook in relatie tot bereikbaarheid van Rotterdam en Breda.

B3: Greenports

Doel van het innovatiepact is om de samenwerking op het gebied van innovatie tussen netwerkpartijen in de greenport West-Holland te versterken. Het gaat om innovatiethema’s, zoals emissie loos produceren, biobased greenports, slimme ketens, gezondheid en geluk. Het innovatiepact is een invulling van het programma Feeding & Greening the Megacities van de Economic Board Zuid-Holland.
De bijdrage voor 2018 is nodig om een programmaregisseur aan te stellen die vanuit het innovatiepact verbindingen gaat leggen tussen ondernemers, onderzoekers en overheden.
Deze inzet zal in volgende jaren gecontinueerd moeten worden voor de duur van het innovatiepact.

B4: SRON (2018 uit alertheidsbudget)

GS hebben medio november 2017 de intentie uitgesproken om maximaal € 7 mln bij te dragen aan de herhuisvesting van het Space Research Institute for Space (SRON) in Leiden. Het instituut is nu nog gevestigd in Utrecht. Beoogd is dat het nieuwe SRON gebouw in Leiden per begin 2021 door SRON in gebruik genomen wordt. Dan zal de daadwerkelijke herhuisvesting van SRON-Utrecht, de hoofdlocatie van SRON, op de campus van de Universiteit Leiden gerealiseerd moeten zijn.  De aanbesteding voor de bouw van het nieuwe gebouw zal naar verwachting eind 2018/begin 2019 afgerond worden. In dit kader wordt € 7 mln aan budget beschikbaar gesteld.

B5: Space campus Noordwijk (2018 uit alertheidsbudget)

In het Regeerakkoord van het kabinet is ESA-ESTEC opgenomen als één van de zes opgaven die het Rijk het eerste wil bedienen vanuit de regio-envelop van € 950 mln in totaal. Er ligt inmiddels een brief van minister Schouten aan de Tweede Kamer (d.d. 19 februari) ‘Regio Envelop opgave ESTEC’. Daaruit blijkt dat het kabinet op basis van cofinanciering een maximale bijdrage ad € 40 mln uit de Regio Envelop zal leveren. We zijn samen met regionale partijen, het Rijk, de sector en ESA-ESTEC (deze partijen zijn allen vertegenwoordigd in het Space Campus overleg) bezig om een regiodeal uit te werken. Bedoeling is om die voor de zomer rond te hebben. Daarbij gaat het om een plan dat het Nederlands gastheerschap in relatie tot ESTEC versterkt zoals het vergroten van de aantrekkelijkheid van het terrein van ESTEC door het ontwikkelen van een internationale ontmoetingsplek. Dit als onderdeel van de regiodeal die we aan het uitwerken zijn, gericht op een bredere gebiedsontwikkeling; we hebben het dan over campusontwikkeling rondom ESA-ESTEC. Momenteel loopt in opdracht van de provincie en gemeente Noordwijk (namens de deelnemers aan het Space Campus overleg) het onderzoek ‘Toekomstperspectief Space Campus Noordwijk’. Verwachting is dat dit onderzoek bouwstenen levert voor de regiodeal die voor de zomer gesloten zou moeten worden. Naar verwachting is hiervoor € 8 mln  nodig.

B6: CLINSH (2018 uit alertheidsbudget)

Ten aanzien van het project CLINSH hebben er ontwikkelingen plaatsgevonden die leiden tot meer benodigde middelen. Het extra budget houdt verband met meerkosten voor het opnieuw aanbesteden van de meetapparatuur op schepen (wegens het stopzetten van de oorspronkelijke aanbesteding), meerkosten voor de inzet op afstemming met de binnenvaartschippers en het niet kunnen declareren van BTW die gemoeid is met het ombouwen van de betrokken schepen.

B7: Complexe binnenstedelijke herontwikkelingslocaties (uit alertheidsbudget)

Op een aantal locaties van de verstedelijkingsalliantie in Zuid-Holland spelen complexe (her)ontwikkelingsopgaven, bijvoorbeeld bij de transformatie van werk naar woonlocatie, optimalisering van perifere detailhandelsvoorzieningen en verbetering van de werklocaties (kantoren en bedrijven). Het gaat bijvoorbeeld om bodemsanering, verplaatsing van (milieuhinderlijke) bedrijven, verkeerd winkel- of werklocatieaanbod, bereikbaarheid etc.
Om een extra impuls te geven aan de transformatie van deze locaties zijn verschillende verkenningen gaande om scherper te krijgen hoe de provincie Zuid-Holland maximaal van toegevoegde waarde kan zijn. Voor 2018 zijn middelen nodig voor transformatielocaties waar de beschikbaarheid van kennis en menskracht op lokaal niveau de bottleneck is om verder te komen. In het kader van motie 747 vindt een inventarisatie plaats waar bedrijven het gebied hebben verlaten (zoals bijvoorbeeld Nedstaal) en de achtergebleven leegstand kansen biedt voor herstructurering. Behalve voor bovengenoemde verkenningen  in het kader van complexe stedelijke transformatiegebieden worden er extra middelen ingezet voor een “vliegende brigade” (met kennis van stedenbouw, planeconomie, milieuvergunningen etc.) die gemeenten gaat adviseren inzake verstedelijkingslocaties.

Omgevingsdiensten

B8: Inzet op MER taken

Voor MER taken is nu structureel budget opgenomen waar voorheen dit budget incidenteel werd aangevraagd.

B9: Implementatie risicogericht toezicht

Op het gebied van VTH-taken/Milieu zal het Risicogericht toezicht worden geïmplementeerd (voortkomend uit de Nota VTH 2018-2021).

B10: Incidenten VTH

De ervaring van de afgelopen jaren leert dat de provincie jaarlijks te maken heeft met incidenten omtrent de bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is, wat leidt tot meerkosten. Tot op heden zijn deze lasten niet in de begroting voorzien en werden deze incidenteel gedekt. Gelet op het structurele karakter wordt er nu voor gekozen om ook structureel middelen in te zetten. Het hebben van een structureel budget is nodig om in te kunnen spelen op incidenten en nieuwe ontwikkelingen om zo de bestuurlijke slagkracht blijvend te borgen. Hiervoor wordt € 1,8 mln structureel ingezet. De gevraagde middelen voor 2018 (€ 1,9 mln) worden ingezet op kosten gemaakt door Omgevingsdiensten en externe onderzoeken. Daarnaast worden de middelen beperkt gebruikt om de interne organisatie te versterken en beleidsontwikkelingen mogelijk te maken.

Overig

B11:Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA)

De Wet Normalisering rechtspositie Ambtenaren (WNRA) beoogt de invoering van de nieuwe Ambtenarenwet 2017 als opvolger van de Ambtenarenwet 1929. Met deze wijziging worden o.a. provincieambtenaren onder de werking van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de cao gebracht waar tot nu het Ambtenarenrecht van toepassing was. Invoering van de WNRA vindt naar verwachting plaats op 1 januari 2020.
Als gevolg hiervan zal de provincie als werkgever met alle ambtenaren een individuele arbeidsovereenkomst moeten afsluiten. Tevens worden arbeidsvoorwaardenregelingen omgezet naar een Personeelshandboek, nieuwe standaarddocumenten ingevoerd en het e-HRM systeem aangepast. Daarnaast is een scholingstraject nodig voor medewerkers Personeelszaken, het management en de medezeggenschap over de gevolgen (ook ten aanzien van arbeidsverhoudingen) van de WNRA. Het uitvoeringstraject is voorzien in de periode 2018 -2020. De kosten voor de invoering van de WNRA bedragen voor 2018 ad € 0,6 mln en zijn in de voorjaarsnota verwerkt.

B12: Kanjerprojecten 2018

Naar aanleiding van motie 755 (aanbod aan het Rijk inzake Rijksmonumenten) is een brief aan de minister van OCW verstuurd om aandacht te vragen voor een aantal grote restauratie- en herbestemmingsopgaven voor monumenten in Zuid-Holland. Hiervoor wenst de provincie een provinciale bijdrage ad 50% van maximaal € 6 mln te leveren. De provincie maakt haar aandeel in middelen vrij (€ 3 mln) als het Rijk eveneens middelen vrij maakt.

B13: Middelen EZ

Binnen de portefeuille economie doet zich vrijval van middelen voor. In 2018 gaat het om € 6,6 mln. Dit bedrag bestaat uit € 2,5 mln MIT en € 4,1 mln Waste to Chemistry. De vrijval bij MIT wordt veroorzaakt doordat het ministerie van EZ heeft bevestigd een bedrag van € 7 mln bij te dragen als cofinanciering terwijl eerder rekening werd gehouden met een lager bedrag. De vrijval bij Waste to Chemistry ontstaat doordat de subsidie wordt toegekend in de vorm van een lening. Hierdoor is niet de volledige € 7,5 mln nodig maar slechts een risicoreserve van 40% voor het geval niet terugbetaald zou worden. Daarnaast mag maximaal 5% van de € 7,5 mln ingezet worden voor proceskosten. De rest van het bedrag kan vrijvallen.

B14: Restauratie en herbestemming Rijksmonumenten

Voor 2018 is € 2 mln beschikbaar gesteld voor de verhoging van het subsidieplafond Rijksmonumenten 2018.
Er zijn in totaal 25 aanvragen ingediend voor subsidiëring die voldoen aan de vereisten om in aanmerking te komen, waar onder vier kerkrestauraties en twee restantsubsidies. Door ophoging van het subsidieplafond met
€ 506.000  tot € 4.821.000 kunnen alle aanvragen, die daarvoor in aanmerking komen, worden gehonoreerd

B15: Circulair Zuid-Hollland

Voor circulaire economie is een bedrag van € 3,3 mln opgenomen verspreid over de jaren 2018, 2019, 2020. Deze bedragen zijn nodig voor inzet op: onderzoek, programmaopbouw, expertiseopbouw en verdere invulling en vormgeving van het beleidskader. In 2018 wordt ingezet op het ontplooien van initiatieven, zoals een challenge, circulair aanbesteden van GWW voorbereiden, onderzoek binnen ACCEZ verder vormgeven en ook de eigen inkoopkracht verder circulariseren.

B16: Extra inspanning IQ/RNE + invest.nl

IQ voert de Roadmap Next Economy uit per 2018. Met Rotterdam, Den Haag en MRDH is overeengekomen dat alle partijen structureel  € 250.000 per jaar bijdragen. Daarnaast is een bedrag van € 250.000 per jaar noodzakelijk voor het Regionale investeringsplatform (Rip). Om totaal daarmee € 500.000 per jaar te investeren.

B17: A629 Vliegende Brigade Omgevingswet
Voor ondersteuning van gemeenten met expertise ten behoeve van de implementatie van de Omgevingswet en het vormgeven van gebieds- en omgevingsvisies is een bedrag van € 0,1 mln opgenomen.

B18: Overig (< 0,5 mln)

Het gaat om ontwikkelingen met een beperkte materiële omvang.