Alertheidsbudget

Bij Begroting 2018 is 2* € 5 mln vrijgemaakt en gestort in de reserve Alertheidsbudget, in afwachting van concrete voorstellen. Tot op heden is daar geen gebruik van gemaakt.

De lijst met voorstellen die nu in de voorjaarsnota is opgenomen bevat echter een aantal voorstellen die vanuit het alertheidsbudget gefinancierd zouden kunnen worden. Daarmee wordt recht gedaan aan het doel van het budget: ’namelijk alert inspringen op plotseling opkomende opgaven en zo energie los maken in onze organisatie en bij onze partners’. Gebruikmaking van het alertheidsbudget houdt ook in dat er minder middelen uit de algemene reserve nodig zijn.

Het afwegingskader waaraan de voorstellen getoetst worden, bestaat uit een aantal criteria (zie voor uitgebreidere toelichting de GS-brief d.d. 13-2-2018,  PZH-2018-637853761):
•   aansluiting op het coalitieakkoord,
•   urgentie,
•   regionaal draagvlak,
•   financiële dekking is niet mogelijk vanuit bestaande programma’s,
•   meerwaarde van en voor PZH,
•   indien mogelijk: maatschappelijk effect tijdens deze coalitieperiode.

Om ruimte te houden om op maatschappelijk initiatief in te kunnen springen in het resterende deel van 2018, wordt ca € 1,5 mln van het budget van 2018 in reserve gehouden, evenals de gehele reserve voor 2019.

Leerpark Drechtsteden

s

-0,1

Gebiedsontwikkeling spoorzone

i

-0,5

Greenports

i

-0,3

Sron

i

-0,5

Space campus Noordwijk

i

-1

Clinsh

i

-0,6

Complexe binnenstedelijke herontwikkelingslocaties

i

-0,5

Totaal

-3,5

Hierna volgt een beknopte beschrijving van de voorstellen voor gebruik van alertheidsbudget, inclusief motivering voor gebruik van het alertheidsbudget

Leerpark Drechtsteden (€ 0,1 mln)
Doel van het Leerpark Drechtsteden is om dit gebied te ontwikkelen tot een ‘Fieldlab Smart Industry Campus’. Deze campusontwikkeling is onderdeel van de Groeiagenda Drechtsteden (zie verderop). Daarbinnen is de Maakfabriek een concreet maatschappelijk initiatief: bedoeling is een bestaande productiehal om te bouwen tot werkruimte voor Startups.De Maakfabriek is een belangrijke toevoeging aan het innovatie- en leerklimaat binnen het Leerpark. Ondernemerschap en productie op de campus krijgen een stevige impuls, met de Maakfabriek wordt vanuit het onderwijs in feite de laatste stap in de keten naar ondernemerschap georganiseerd.
Realisatie van de Maakfabriek kent aanloop- en ontwikkelkosten onder andere als gevolg van een gereduceerd huurtarief voor startups. De totale kosten in de periode 2018-2030 bedragen circa € 6 mln, waarbij van de Drechtsteden en de Provincie Zuid-Holland een fifty-fifty bijdrage gevraagd wordt. Voor 2018 gaat het om een initiële bijdrage voor de huisvesting van start-ups in tijdelijke fabriekshallen, die in 2020 overgaan naar de dan fysieke Maakfabriek. Zie verder ook de GS brief ‘Groeiagenda Drechsteden’ d.d. 6 maart 2018 (DOS 2007-0008458)

Toetsing kader alertheidsbudget
Het betreft een maatschappelijk initiatief van startups, maakindustrie, R&D-teams van al gevestigde bedrijven, onderwijsinstellingen en investeerders.
Ontwikkeling van de Maakfabriek draagt bij aan de versterking van het innovatieklimaat, werkgelegenheid  en de regionale economie in dit deel van Zuid-Holland.

Greenports (€ 0,3 mln)
Doel van het innovatiepact is om de samenwerking op het gebied van innovatie tussen netwerkpartijen in de greenport West-Holland te versterken. Het gaat om innovatiethema’s, zoals emissie loos produceren, biobased greenports, slimme ketens, gezondheid en geluk. Het innovatiepact is een invulling van het programma Feeding & Greening the Megacities van de Economic Board Zuid-Holland.
De bijdrage voor 2018 is nodig om een programmaregisseur aan te stellen die het innovatiepact om verbindingen te leggen tussen ondernemers, onderzoekers en overheden.
Deze inzet zal in volgende jaren gecontinueerd moeten worden voor de duur van het innovatiepact.

Toetsing kader alertheidsbudget
De inzet van de middelen helpt de netwerkpartners om innovaties in de greenports te stimuleren en deze voor Zuid-Holland belangrijke economische sector verder te ontwikkelen en versterken. PZH is één van de 36 netwerkpartijen uit het pact en levert zo haar bijdrage aan de realisatie van het pact.

SRON (€ 0,5 mln)
GS hebben medio november 2017 de intentie uitgesproken om maximaal € 7 mln bij te dragen aan de herhuisvesting van het Space Research Institute for Space (SRON) in Leiden. Het instituut is nu nog gevestigd in Utrecht. Beoogd is dat het nieuwe SRON gebouw in Leiden per begin 2021 door SRON in gebruik genomen wordt. Dan zal de daadwerkelijke herhuisvesting van SRON-Utrecht, de hoofdlocatie van SRON, op de campus van de Universiteit Leiden gerealiseerd moeten zijn.  De aanbesteding voor de bouw van het nieuwe gebouw zal naar verwachting eind 2018/begin 2019 afgerond worden. In dit kader wordt € 7 mln aan budget beschikbaar gesteld.Zie verder ook de GS brief ‘komst SRON naar Zuid-Holland’ d.d. 15 maart 2018 (DOS 2011-0008674).

Toetsing kader alertheidsbudget
Het naar Zuid-Holland halen van het SRON is een maatschappelijk initiatief van Universiteit Leiden en TUDelft. Grootste financier is het SRON (NWO) zelf. Vestiging van het instituut  is een hoogwaardige impuls voor de kenniswerkers en kennisinfrastructuur in Zuid-Holland en versterkt de Leidse regio, niet alleen in kennis- maar ook economisch opzicht. Als PZH nu co-financiert volgt al op korte termijn aanbesteding van de bouw.

Space Campus Noordwijk (€ 1 mln)
In het Regeerakkoord van het kabinet is ESA-ESTEC opgenomen als één van de zes opgaven die het Rijk het eerste wil bedienen vanuit de regio-envelop van € 950 mln in totaal. Er ligt inmiddels een brief van minister Schouten aan de Tweede Kamer (d.d. 19 februari) ‘Regio Envelop opgave ESTEC’. Daaruit blijkt dat het kabinet op basis van cofinanciering een maximale bijdrage ad € 40 mln uit de Regio Envelop zal leveren. We zijn samen met regionale partijen, het Rijk, de sector en ESA-ESTEC (deze partijen zijn allen vertegenwoordigd in het Space Campus overleg) bezig om een regiodeal uit te werken. Bedoeling is om die voor de zomer rond te hebben. Daarbij gaat het om een plan dat het Nederlands gastheerschap in relatie tot ESTEC versterkt zoals het vergroten van de aantrekkelijkheid van het terrein van ESTEC door het ontwikkelen van een internationale ontmoetingsplek. Dit als onderdeel van de regiodeal die we aan het uitwerken zijn, gericht op een bredere gebiedsontwikkeling; we hebben het dan over campusontwikkeling rondom ESA-ESTEC. Momenteel loopt in opdracht van de provincie en gemeente Noordwijk (namens de deelnemers aan het Space Campus overleg) het onderzoek ‘Toekomstperspectief Space Campus Noordwijk’. Verwachting is dat dit onderzoek bouwstenen levert voor de regiodeal die voor de zomer gesloten zou moeten worden. Naar verwachting is hiervoor € 8 mln  nodig.Zie verder de GS brief ‘Behandelvoorstel Motie M 751M ‘Belang van ESTEC’ d.d. 12 december 2017 (DOS 2016-0008674).

Toetsing kader alertheidsbudget
De ontwikkeling van Space Campus rondom ESA-ESTEC is een gezamenlijk initiatief van regio en rijk, en is geland in het regeerakkoord. In de uitwerking van dat akkoord heeft het rijk aangegeven een regiodeal hierover te willen sluiten. De ontwikkeling houdt een kwalitatieve versterking in  voor het space cluster in Zuid-Holland en zal een economische impuls geven aan de regio rondom Noordwijk onder meer door het aantrekken van (nieuwe) bedrijvigheid naar de campus en het versterken van innovatiekracht.
De urgentie is dat het rijk deze zomer de regiodeal al wil sluiten en dat alleen zal doen als de regio voldoende cofinanciering weet te mobiliseren voor realisatie van de ambities.

CLINSH (€ 0,6 mln)
Het programma Clean Inlead Shipping (CLINSH) heeft een duurzame binnenvaart als doel. Het gaat om het testen en in beeld brengen van rendement van vernieuwende technieken, alternatieve brandstoffen en walstroom. Daarnaast helpt CLINSH de individuele schippers om business cases van de verschillende maatregelen in kaart te brengen. De provincie Zuid-Holland is lead partner in een consortium van 17 partners bestaand uit havenbedrijven, universiteiten, brancheorganisaties en overheden uit Nederland, België, Duitsland en Engeland. De totale projectkosten zijn ruim € 8,5 mln waaraan de partners gezamenlijk bijdragen en waarvoor het Europese Life Fonds als co-financier beoogd is. Omdat het verkrijgen van deze cofinanciering complexer blijkt dan verwacht en wel middelen nodig zijn om lopende projecten op binnenvaartschepen te continueren, zijn voor 2018 middelen nodig om de programmavoortgang te verzekeren.

Toetsing kader alertheidsbudget
CLINSH draagt zowel bij aan een schoner Zuid-Holland als dat het toekomstperspectief voor de Zuid-Hollandse binnenvaartvloot bestendiger (want duurzamer) wordt gemaakt. De inzet van middelen is noodzakelijk voor de continuïteit van het programma en consortium en dient als overbrugging voor latere programmafinanciering.

Gebiedsontwikkeling spoorzone (€ 0,5 mln)
De provincie heeft met de Drechtsteden een bestuursakkoord afgesloten waarbij beide partijen aangeven zich in te zetten voor verdere ontwikkeling van de regio. Een concrete uitwerking van dit bestuursakkoord betreft een verkenning naar de ontwikkelmogelijkheden van de spoorzone Dordrecht-Zwijndrecht. De provincie draagt € 0,5 mln bij aan deze verkenning en beoogt hiermee een versnelling aan te brengen in de verstedelijkingsopgave binnen deze regio, ook in relatie tot bereikbaarheid van Rotterdam en Breda. Zie verder ook de GS brief ‘Groeiagenda Drechsteden’ d.d. 6 maart 2018 (DOS 2007-0008458)

Toetsing kader alertheidsbudget
De Drechtsteden hebben een voor Zuid-Holland belangrijke verstedelijkingsopgave en ambitie om daaraan via de Groeiagenda Drechtsteden inhoud te geven. Met de bijdrage vanuit het alertheidsbudget wordt noodzakelijk onderzoek naar maatregelen in 2018 mogelijk gemaakt en een realistisch investerginsprogramma opgesteld. Deze gebiedsontwikkeling is een gezamenlijke opgave van de partijen in deze regio. De Drechtsteden zelf investeren tenminste een gelijk bedrage in deze gebiedsontwikkeling.

Complexe binnenstedelijke herontwikkelingslocaties (€ 0,5 mln)
Op een aantal locaties van de verstedelijkingsalliantie in Zuid-Holland spelen complexe (her)ontwikkelingsopgaves, bijvoorbeeld bij de transformatie van werk naar woonlocatie, optimalisering van perifere detailhandelsvoorzieningen en verbetering van de werklocaties (kantoren en bedrijven). Het gaat bijvoorbeeld om bodemsanering, verplaatsing van (milieuhinderlijke) bedrijven, verkeerd winkel- of werklocatieaanbod, bereikbaarheid etc. Om een extra impuls te geven aan de transformatie van deze locaties zijn verschillende verkenningen gaande om scherper te krijgen hoe de Provincie Zuid-Holland maximaal van toegevoegde waarde kan zijn. Voor 2018 zijn middelen nodig voor transformatielocaties waar de beschikbaarheid van kennis en menskracht op lokaal niveau de bottleneck is om verder te komen. In het kader van motie 747 vindt een inventarisatie plaats waar bedrijven het gebied hebben verlaten (zoals bijvoorbeeld Nedstaal) en de achtergebleven leegstand kansen biedt voor herstructurering. Behalve voor bovengenoemde verkenningen  in het kader van complexe stedelijke transformatiegebieden worden er extra middelen ingezet voor een “vliegende brigade” (met kennis van stedenbouw, planeconomie, milieuvergunningen etc.) die gemeenten gaat adviseren inzake verstedelijkingslocaties. Zie verder ook de GS brief ‘Acties gericht op realisatie woningbouw’ d.d. 4 april 2018 (DOS 2016-0012688) en de GS brief ‘Actieprogramma Slim Ruimtegebruik' d.d. 20 maart 2018 (DOS 2016-0000544)

Toetsing kader alertheidsbudget
Het op lokaal niveau samenwerkingspartners helpen met transformatieopgaves (‘meepoetsen’) geeft praktisch invulling aan de ‘ uitgestoken hand’ die de Provincie Zuid-Holland aanbiedt. Door inzet van kennis en ontwikkelkracht worden onze partners in staat gesteld om de transformatie daadwerkelijk te realiseren.
De urgentie wordt gevormd door de steeds groter wordende druk op het stedelijke gebied, als gevolg van de vraag naar woningen en het belang van een aantrekkelijk woon en werkklimaat (met adequate voorzieningen). Deze inzet voor 2018 helpt mede om scherper te krijgen welke inzet van middelen nodig is om in de volgende jaren de transformaties te realiseren.